Het oorspronkelijke plan was de finales en de afsluitende avond in april te
vieren. Wisselende Corona-maatregelen dwongen de Commissie tot uitstel
na uitstel. Op het laatst leek alles in kannen en kruiken: de 17de oktober
’s middags in de Flamingo Bar de B- en C-finale (vanwege het terugtrekken
van Ted Dons uit de D-finale werd Paul Billet kampioen) en op zaterdag de
24ste de feestelijke afsluiting met finales van de A- en Hoofdklasse. Eens en
temeer bleek dat niets in dit leven zeker is en door Corona al helemaal niet.
De aangescherpte maatregelen van vorige week dinsdag zette alles
nogmaals op losse schroeven. Het is met geen Gazen Bol te voorspellen hoe
het nu verder moet en of de Kampioenschappen nog dit jaar überhaupt
kunnen worden afgesloten. Het lijkt voor de Commissie en uiteraard ook voor
de spelers een soort Tantalus-kwelling: een kwelling waarbij het gewenste
nabij is, maar onbereikbaar blijkt (*).
Goed. Alle finalisten zijn bekend. Die van de D-, C-, B- en A-klasse al enige
tijd. Die van de Hoofdklasse zijn na de voorrondes en de halve-finales
inmiddels ook bekend: Hans Frijters en Hans Snijders.
In de voorrondes vielen Wim van de Biesenen Kees Gommers af. De halve-finales
volgden tussen Hans Frijters en Kees Martens (25 – 9 in 18 beurten) èn tussen
Hans Snijders en Bob Roovers (25 – 23 in 17 beurten). Opvallend was, dat alle
partijen een zeer regelmatig verloop hadden, met andere woorden: geen
extreem hoge series (de hoogste series waren 8, gescoord door Wim van Biesen en
Hans Frijters, beide in de voorrondes).
En zoals zo vaak: het mooiste bleef bewaard tot het laatst: de strijd om de
derde en vierde plaats tussen Bob Roovers en Kees Martens. De partij werd
met overmacht beslist door Bob met een gemiddelde van 2.86…!
Ik wens de Commissie alle sterkte en wijsheid toe voor de te nemen
beslissingen. Het zal niet gemakkelijk worden.
(*) Het is een verhaal uit de Griekse mythologie, waar Tantalus zich de woede
van de Goden op de hals heeft gehaald en voor straf eeuwig dorst moet
lijden. Hij staat tot aan zijn lippen in het water en iedere keer als hij wil
drinken zakt het water.
A. Kiet